In januari bezocht Sander ons project in Ethiopië. Hieronder zijn belangrijkste ervaringen.
Mondige meiden
Voor mij was dit de 2e keer dat ik afgereisd ben naar Uke, het kleine plaatsje waar ‘onze’ middelbare school staat. Vanaf dit jaar zijn alle klassen verschoven naar Uke. Vroeger waren de hoogste twee groepen nog in Nekemte. Maar nu dus alles in Uke. Aangezien de kinderen voor het overgrote deel daar vandaan komen is dit logistiek beter. Ze kunnen nu iets makkelijker terug van/naar school en familie.
Eigenlijk was het welkom zeer gelijk aan mijn bezoek van twee jaar geleden. Er was een grote groep meiden die onder gezang en in schooluniform op ons stond te wachten. Vandaaruit startte er een ceremonie met toespraken die vergelijkbaar was met vorige keer.
Toch merkte ik nu een verschil. Waar Viola en ik twee jaar geleden nog tegen een zeer schichtige en zenuwachtige groep meiden aan het kijken waren, was er in dit geval een grote groep (met name de oudere meiden) die veel duidelijker wist wat ze wilden. Niet meer: “We willen allemaal dokter worden en dank u wel voor de kans die u ons biedt”, maar veel meer verschillen in beroepswensen en naast de dankbaarheid ook goede tips hoe het programma beter kan.
De extra individuele ondersteuning die vooral in de twee eerste klassen wordt geboden, bleek voor alle meiden het mooiste item, maar werd in de twee hoogste klassen gemist. Tevens vonden ze onze vaste financiële bijdrage voor huisvesting door de inflatie niet meer passend. Kortom: deze groep was goed mondig, zonder brutaal te worden. Wat mij betreft één van de doelstellingen behaald!
Als mooie extra was er een community-oudste die nog wel op die inflatievraag reageerde met de quote: “Jullie houden je bezig met de verschillen tussen vijf jaar geleden en nu, maar jullie zouden eigenlijk tijd en energie moeten steken in de verschillen tussen nu en de toekomst over vijf jaar. Daar krijgen jullie nu de kans voor, grijp hem!”
Gesprekken met studentes van de universiteit
Ik sprak ook met enkele meisjes die inmiddels op de universiteit zitten. Onder meer met een studente die accounting aan het studeren was en graag bij een bank zou willen werken en met een studente die electrical engineering deed en inzag dat het wel moeilijk zou worden om een baan te vinden.
Vooral deze laatste studente was heel goed bij de pinken. Zij schetste een klein beetje het probleem van het moderne Ethiopië: Ongeveer 90% van de mensen is (eigen) boer. De landbouw is dus enorm gedecentraliseerd. Je zou je kunnen voorstellen wat een enorme schaalvoordelen het zou brengen als je veel van die bedrijven zou samenvoegen. Maar de vraag die zij mij voor de voeten wierp was: als je 10 boerderijen tot 1 maakt, wat gebeurt er dan met 9 van die boeren? Punt 1: is daar wel werk voor en punt 2: is het werk in bijvoorbeeld een fabriek zoveel beter?
Zij wou graag met deze vragen aan de slag en met de meiden die voor dezelfde keuzes staan als zij stond. Het liefst werkte zij in een NGO zoals het DEC (de lokale organisatie waarmee wij samenwerken). Contacten zijn daar gelegd en zij zou aan de hand van dit ene gesprek een prima kandidaat zijn voor een coördinatiefunctie richting de meiden.
Zij stelde bijvoorbeeld ook nog en hele legatieme vraag: zou je in ons programma moeten toestaan dat twee meiden uit hetzelfde gezin in het programma kunnen komen? Enerzijds lijkt het niet helemaal conform doelstellingen om twee keer voor 1 familie te betalen, anderzijds heeft een zusje natuurlijk ook haar best gedaan om de beste te zijn/worden.
Supergestructureerd en gemotiveerd
Verder hebben we nog aantal huizen bekeken van de meiden en hun familie. Onverminderd is mijn verbazing over de vlijt en structuur die ze in hun studieprogramma leggen. Zo enorm bezig met ‘maandag doen we vak A en B, dinsdag doen we B en C’. En niet gespeeld. Echt allemaal supergestructureerd en gemotiveerd. Verder zijn ze tevreden met de omstandigheden. Het is vrij eenvoudig met bed, licht en een eigen studieplek. Voor ons oogt het primitief, maar meer zeggen ze niet nodig te hebben.
Verder was het goed om te merken dat het beperkte wat we doen, voor zoveel meiden een enorme impact heeft. Ze waren echt oprecht heel blij met deze extra vorm van scholing. Nog los van wat er uiteindelijk op werkgebied mee bereikt kan worden, was het volgens de meiden zo waardevol om meer kennis en dus een breder wereldbeeld te hebben. Daar werden we veel voor bedankt.